Om de
materialen van het Leeskalenderproject uit te proberen in de praktijk is in de periode
van 18 februari tot en met 8 maart een pilotonderzoek gedaan op twee
basisscholen. Op Brede School Moesel in Weert en Montessorischool De Aquamarijn
in Den Bosch is drie weken lang gewerkt met de Leeskalender. Op Moesel gebeurde dit in drie groepen 1-2 en in één
groep 4, op De Aquamarijn in één groep 1-2 en één groep 3-4. De onderzoekers
hebben in alle groepen minimaal drie keer geobserveerd. Daarnaast hebben de
leerkrachten een logboek bijgehouden over de uitgevoerde kalenderactiviteiten
en zijn de ervaringen van de leerkrachten besproken in een evaluatiegesprek.
Daarnaast is in het pilotonderzoek de
eerste versie uitgetest van de toets
'Ontluikende culturele geletterdheid' . Aan 48 kinderen van Moesel en De
Aquamarijn zijn toetsitems voorgelegd om de bruikbaarheid te testen. Op basis
van de bevindingen kunnen de toetsitems worden aangepast. Later zal op de twee
scholen een verbeterde versie van de
toets worden uitgeprobeerd.
Wat heeft het pilotonderzoek opgeleverd?
De onderzoekers
hebben gezien dat de theoretische ideeën waar ze al lange tijd mee bezig zijn
in de praktijk blijken te werken. Ze
vonden het heel interessant om te zien hoe de kleutergroepen en groepen (3-)4
reageerden op teksten en aanbiedingsvormen. Het maakte hen er nog meer van bewust hoe
belangrijk de rol van de leerkracht is bij het
tot leven brengen van de tekst en leverde inspiratie op voor het
uitwerken van de handleiding bij de Leeskalender van volgend jaar.
Ook het
uitproberen van de toets leverde allerlei belangrijke inzichten op. Op basis
hiervan kan de toets verder worden ontwikkeld, zodat straks de resultaten van
de interventie zo goed mogelijk in kaart gebracht kunnen worden.
Wat vonden de leerkrachten ervan?
De
leerkrachten hebben met plezier met de Leeskalender gewerkt. De selectie van de
teksten vonden ze afwisselend en verrassend en de instructie in de handleiding
helder.
Hieronder
een bloemlezing uit de reacties.
Over de kalender als instrument:
- De Leeskalender was een tastbaar iets in de klas, waardoor de aandacht steeds gericht bleef op de verhalen en versjes. De kinderen hadden steeds zin om met de kalender te werken.
- Het voordeel van het Leeskalenderproject is dat het 'hapklaar' is: de teksten zijn geselecteerd en bijgeleverd en er zijn al goede verwerkingssuggesties bedacht.
- De kalender geeft regelmaat. Soms voelde dat een beetje als een keurslijf, maar aan de andere kant was het ook wel weer fijn: het zorgt ervoor dat je echt elke dag voorleest.
Over de beleving van
de kinderen:
- De kleuters konden bijna niet van de kalender afblijven.
- De kinderen (groep 3-4) blijven bezig met de verhalen en de versjes van de kalender. Ik zag ze bijvoorbeeld een verhaal naspelen op het speelplein en ook in de verhaaltjes die de kinderen zelf schrijven, zag ik de Leeskalender terug.
- Sommige personages uit de Leeskalender gingen echt leven. Voor de kleuters waren ze bijna van vlees en bloed.
- We hebben de boeken bij het Leeskalenderproject in de leeshoek gezet. Alle boeken werden regelmatig gepakt. De kinderbijbel was bijvoorbeeld heel populair.
- De kinderen hadden altijd zin in de Leeskalender, dus ik kon het op elk moment tussendoor doen.
- Toen de juf vertelde dat de laatste kalenderdag was aangebroken, riep een jongetje: 'Dan kunnen we toch gewoon weer opnieuw beginnen?'
Over de variatie binnen het tekstaanbod:
- Normaal lees ik in groep 3-4 maanden voor uit hetzelfde boek, maar nu kregen de kinderen allerlei soorten teksten aangeboden.
- De Leeskalender is een makkelijke manier om de Schijf van Vijf binnen te krijgen (verantwoord aanbod van verhalen en versjes).
- Ik vond de teksten in de Leeskalender soms heel verrassend. Ik had er bijvoorbeeld nog nooit aan gedacht om een fabel te doen bij de kleuters. Dat ga ik nu vaker doen.
- Wij zijn een openbare school, maar ik vind het wel belangrijk dat ze iets meekrijgen van de verhalen uit de Bijbel.
- Ik was verrast dat de kinderen zo positief reageerden op het Bijbelverhaal in de pilot. Op de herhalingsdag werd tot mijn verbazing unaniem voor dit verhaal gekozen.
Tot slot nog even
het woord aan de onderzoekers
Over het observeren:
- Het was erg leuk om te zien hoe het ritueel van de Leeskalender zo snel was ingeburgerd.
- Sommige leerkrachten maakten een verhaal extra rijk door mimiek, bewegingen toe te voegen en soms attributen te gebruiken. Mooi om te zien hoe - vooral kleuters- ook lichamelijk helemaal mee kunnen leven met een verhaal.
- Een leerkracht speelde dat ze het verhaal heel eng vond. De kleuters gingen haar toen geruststellen en verzekerden haar dat het 'nep' was. De kinderen waren door het spel erg betrokken bij het verhaal en voelden zich 'groot' omdat ze de juf konden troosten.
- De liedjes in het project werden heel enthousiast ontvangen. De kinderen zaten helemaal mee te swingen. Bij de verwerking bleek dat ze tegelijkertijd ook veel hadden opgepikt van de tekst. Samen kon vaak de hele inhoud van het liedje worden gereconstrueerd.
Over het toetsen:
- De kinderen vonden het leuk om getoetst te worden. Ze stonden te dringen om met ons mee te mogen naar het toetskamertje.
- De concentratie van de kleuters viel ons erg mee. De meesten hadden er geen enkele moeite mee om twintig minuten naar verhalen en versjes te luisteren en vragen daarover te beantwoorden.
- Ook bij de toets bleek dat de kinderen erg
visueel ingesteld waren. Soms leidde het plaatje bij het toetsitem de aandacht
af van waar het in dat item werkelijk om ging. Dat is dus iets om de volgende
keer rekening mee te houden.
Het Leeskalenderproject is onderdeel van het onderzoeksprogramma Emergent Cultural Literacy: Assimilating Children’s Literature dat gefinancierd is door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).